Wanneer je tuinverlichting gaat aanleggen in je het tuin is het belangrijk om te starten met een goed lichtplan. Dit is gelukkig minder lastig dan het lijkt, maar is wel zeer noodzakelijk. Zonder lichtplan kan het namelijk zo zijn dat bepaalde onderdelen van je tuin niet goed uitgelicht worden of dat je niet goed uitkomt met de stroomvoorzieningen. In deze blog lees je hoe je in vijf stappen een goed lichtplan kunt maken. 

Stap 1: Ontwerpen

Voor het maken van een lichtplan en het bepalen van de locaties van je buitenlampen is het verstandig om eerst heel precies in kaart te brengen hoe je tuin eruitziet. Maak hiervoor een schets op schaal en neem alle belangrijke elementen hierin op, bijvoorbeeld de beplanting, betegeling, bebouwingen en andere grote elementen (zoals de tuintafel of de loungeset). Ook de bekabeling en de stroomvoorzieningen in de tuin moeten worden opgenomen in de schets.

Vergeet ook zeker je huis zelf niet bij het maken van het ontwerp. Waar zitten bijvoorbeeld de ramen? Door dit goed in kaart te brengen weet je waar de zichtlijnen zich bevinden en welke onderdelen van je tuin je goed kunt zien als je binnen zit. Dit zijn de plekken die je met behulp van buitenlampen waarschijnlijk wel wilt verlichten. 

Stap 2: Accenten bepalen

Tijdens de tweede stap ga je bepalen welke onderdelen van je tuin je met behulp van buitenlampen wilt gaan uitlichten. Dit kan zijn omwille van praktische redenen (tuinspots plaatsen langs het tuinpad om te zorgen dat je in de avond makkelijk door je tuin kunt lopen bijvoorbeeld) maar ook omwille van meer decoratieve redenen. Buitenverlichting kan namelijk ook sfeerverhogend werken of ervoor zorgen dat bepaalde elementen van je tuin extra aandacht krijgen. In deze stap ga je daarom heel precies bepalen waar je allemaal verlichting zou willen zien. 

Stap 3: Lichtsterkte van de verlichting bepalen

Niet overal is dezelfde soort verlichting nodig. Voor het uitlichten van grotere onderdelen van je tuin heb je bijvoorbeeld lampen nodig met een hogere lichtsterkte dan voor de kleinere onderdelen. Zorg er in ieder geval voor dat je lichtbronnen met een hoge en lage lichtsterkte afwisselt, zodat je tuin niet één grote poel van licht wordt. Zo houd je de verlichting in de tuin interessant.

Stap 4: Lichtrichting bepalen

Niet alleen de locatie en de lichtsterkte van de buitenlampen zijn van belang. Het bepalen van de lichtrichting is een stap die je ook zeker niet mag overslaan. In deze stap bepaal je namelijk vanuit welke richting het licht moet komen: bijvoorbeeld vanaf de grond of vanaf de muur? Door dit te bepalen kun je makkelijker kiezen of je voor tuinspots of wandlampen moet gaan. 

Bij alle stappen geldt eigenlijk hetzelfde: variatie is key. Als je alleen lampen met een hoge lichtsterkte gebruikt of alleen wandlampen kan het lichtplan zeer saai worden, dus wissel hiermee altijd af.

Stap 5: Armaturen uitkiezen

Als je je hele lichtplan hebt gemaakt kun je zeer gericht armaturen uitkiezen. Let hierbij niet alleen op het uiterlijk, maar dus ook op de lichtsterkte en lichtrichting. Ook met de lichtkleur moet je bijvoorbeeld rekening houden. Lampen met een wat koelere lichtkleur zien er wat harder uit, terwijl lampen met een warmere lichtkleur als sfeervoller beschouwd worden.

Met een lichtplan zorg je ervoor dat de buitenverlichting die je aanschaft perfect bij je tuin past. Zo worden alle onderdelen goed uitgelicht en kun je je tuin op de meest praktische én esthetische manier verlichten.

Over de auteur